Bij dokter Paard op de sofa / Het paard als spiegel van de ziel
Tekst: Hans Schaafsma
Ineens galoppeerden paarden mijn leven binnen. Het begon met een gesprekje over de toonbank van het afhaalrestaurant op de hoek. Ze studeerde arbeids-en organisatiepsychologie, en als ze daarmee klaar was, wilde ze paardencoach worden. Ja, paardencoach! Alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. Ik had er nog nooit van gehoord. Ze legde me uit dat paarden heel gevoelige wezens zijn van wie wij mensen nog heel wat kunnen leren. Mensen uit het bedrijfsleven bijvoorbeeld laten zich nog al eens door paarden coachen. Het verband met haar studie begon me te dagen, maar ook niet meer dan dat. Ze reikte me de afhaalmaaltijd aan en we wensten elkaar een goede dag. We zouden het er nog wel eens over hebben.
En toen kwam Jikkie in mijn leven. Ik was er stomtoevallig achtergekomen dat mijn nichtje – ik had haar in geen jaren gezien – samenleeft met een heuse paardencoach. Ik maakte onmiddellijk een afspraak en ging een paar dagen later op weg. Na dik twee uur rijden, draai ik mijn auto het erf op van een boerderij en stap uit. Ik tuur in de verte. Het wijdde landschap, de ochtendnevel boven de velden, een kudde paarden. Rust. Even waan ik me op een Noord-Amerikaanse prairie, maar dit is de Hondsrug in Drenthe. Ik wordt verwelkomd door Mariëlle van den Berg. Mariëlle is senior paardencoach/trainer. We gaan onmiddellijk de wei in. Ze opent de houten poort van de omheining en we glippen naar binnen. Wandelend tussen Shetlanders, Rocky Mountain Horses en IJslanders vertelt ze me dat ieder paard zijn eigen specialiteit heeft als het gaat om aanvoelen. De laatste aanwinst is een Paso Peruano. Deze blonde merrie heeft zwakke enkels en is dus ongeschikt om op te rijden, maar bij paardencoaching gaat het daar niet om. Voor paardencoaching is het belangrijk dat het paard sensitief is. In de interactie tussen mens en paard, moet het paard haarfijn kunnen aanvoelen wat er gebeurt, dwars door de schone schijn van gemaakt gedrag en aangeleerde houdingen heen. Palemo kan dat. De leider van de kudde van zeventien is Queen, een rossige Rocky Mountain Horse met blonde manen. Nog nakauwend op het laatste restje gras uit de ruif, sjokt ze werktuigelijk naar de volgende voederbak. Ons keurt ze geen blik waardig. De paarden bij de andere voederbak zien haar al aankomen. Ze treden respectvol terug opdat mevrouw ongestoord ‘hun’ bak verder kan leeg eten. Queen is dominant. Niet voor niets gaan met name managers graag de uitdaging aan zich met haar te meten.
Het loopt tegen lunchtijd en mijn maag begint te knorren, maar Mariëlle wil nog niets van eten weten. Kennelijk heeft ze iets in de gaten, waarvan ik me nog niet bewust ben. Ze vraagt of ik me niet door een paard zou willen laten coachen. Nog voor ik kan antwoorden, wordt ik uitbundig begroet door een zwart paard met de naam Jikkie. Ik had haar niet zien aankomen. Jikkie steekt niet onder stoelen of banken dat ze me aardig vindt. Ze lijkt me kopjes te willen geven zoals katten doen. Ze draait met haar hoofd en trekt de gekste bekken vlak bij mij gezicht. Ik voel me als een zoon die na jaren van omzwervingen ineens weer voor zijn moeder staat. Wat een uitbundigheid, ik ben totaal overrompeld en aai dit lieve dier. Haar hoofd beweegt snel op en neer, ze gaat maar door. Ik begrijp er zo langzamerhand niets meer van. Ik geef haar nog maar een aai. Maar als ik dat nog eens wil doen, gebeurt er iets vreemds. Jikkie laat ineens haar hoofd zakken tot vlak boven de grond en doet een paar stappen achteruit. Alle enthousiasme is bij donderslag verdwenen. Er heerst ineens afstand en onzekerheid. “Wat is dit nu?”, hoor ik mezelf zeggen. Mijn ogen zoeken hulp bij Mariëlle, maar zij gebaart dat ik het met dit paard moet uitzoeken. Ik loop naar Jikkie, maar het zonet nog zo vrolijke paard loopt met diep gebogen hoofd even hard achteruit. “Liever niet”, laat ze me merken. Pro forma plukt ze een sprietje hooi van het zand en kijkt ze me zijdelings aan. Onthutst vraag ik me af wat ik fout heb gedaan. Mariëlle kijkt me vragend aan. Een paar gebeurtenissen uit mijn leven flitsen voorbij waarbij ik me net zo ongemakkelijk voelde als nu. Vrienden die blij waren me te zien, en ik die daar verlegen van werd en onhandig reageerde.
Niets fijner dan een oprechte hartelijke begroeting zou je denken, maar mij verwart het. Blijkbaar ben ik niet in staat om liefde te ontvangen zonder me daar ongemakkelijk bij te voelen. Mariëlle vertelde me dat paarden mensen confronteren met hun eigen gedrag door precies datzelfde gedrag te spiegelen. Tegenover me zie ik een hevig ontgoocheld paard. Ook ik ben ontgoocheld. Waarom kon ik niet gewoon genieten van dit heerlijke paard. Haar enthousiasme in me opslorpen tot mijn tenen ervan tintelden? Na van de eerste verbazing van haar begroeting te zijn bekomen, werd ik onzeker. Ik werd kwetsbaar. En daar ging ik. Ik stopte met voelen en begon te denken. Ik dacht: “Je geef wel erg veel, laat ik je maar wat teruggeven”. Slik. Dit dacht ik, nauwelijks waarneembaar, in een fractie van een seconde, zowaar ik hier sta met mijn voeten in het zand. Met mijn laatste aai wilde ik betalen voor de heerlijke aandacht die Jikkie me gaf. Kennelijk vond ik het te veel van het goede, ik werd er bang van. Ik dacht: “Laten we niet overdrijven. Zo leuk vind je me straks misschien wel helemaal niet meer.” Ik koppelde voor de zekerheid een prijs aan haar blijdschap. Niet zo gek, dat Jikkie achteruit deinsde. Onbewust stuurde ik haar weg. Ze kwam te dicht bij, ze ging dwars door mijn pantser heen, recht op het onzekere jongetje af dat zich altijd een buitenstaander heeft gevoeld. “Ho, stop!”
Liefde ontvangen verreist durf, schiet het door me heen. Durf om te geloven dat iemand oprecht blij is dat je er bent, dat je erbij hoort. Maar ook het besef dat het er niet toe doet of je later misschien wel eens niet zo aardig wordt gevonden. Dat gebeurt toch wel, dat is menselijk, dat maakt het leven interessant.
Oog in oog met een paard, in minder dan een minuut tijd, ben ik geconfronteerd met een diep verscholen twijfel. Hoor ik er echt wel bij? En, wat moet ik daarvoor doen? Daar hoef ik helemaal niets voor te doen, leerde Jikkie mij, alleen maar ontvangen en ervan genieten. En, een cadeau van harte ontvangen, is het grootste geschenk dat je de gever kan geven. Zo is het ook nog eens.
Tijd voor een boterham. Nog nafilosoferend wandelen we terug naar de boerderij totdat Mariëlle me tegenhoudt. “Kijk eens even om”, zegt ze. Ik kijk om. De nevel over het veld is opgetrokken en de zon beschijnt de lome kudde. Maar één paard trekt de aandacht. Met ver uitgestrekte nek kijkt ze me na. Het is Jikkie. Over een afstand van vijftig meter lees ik haar gedachte: “Ga je al?” Ik zwaai, en neem het besluit snel terug te komen. Bedankt Jikkie.
Paardencoaching vergroot het zelfbewustzijn
Paardencoaching is geschikt voor iedereen. Er wordt gewerkt in groepen of per individu. De onderwerpen die aan bod komen, gaan doorgaans over teambuilding, leiderschap, authenticiteit, transparantie, vertrouwen, respect, motivatie, assertiviteit en daadkracht. Het spectrum van mogelijkheden is echter vrijwel onbegrensd. Zo blijkt paardencoaching ook goed inzetbaar bij de behandeling van autistische kinderen en volwassenen, bij rouwverwerking, en bij de behandeling van agressieve straatjongeren. In principe is paardencoaching geschikt voor iedereen die zelfbewuster wil worden.